Het is inmiddels een jaar geleden dat Arnoud Messelink de voorzittershamer heeft overgenomen van zijn voorganger Egbert Boerma. We blikken met Arnoud terug op zijn eerste jaar als voorzitter en kijken vooruit naar het komende jaar.
Je bent nu een jaar voorzitter van Stichting Leergeld Amersfoort. Wat is jou in positieve zin het meest opgevallen?
“De enorme gedrevenheid bij zowel onze vrijwilligers als donateurs om alle kinderen in Amersfoort de kans te geven om echt mee te doen in onze maatschappij. Dat vind ik geweldig om te zien. Bij elkaar opgeteld zijn er zoveel mensen en organisaties die tijd en/of geld vrijmaken om het werk van onze stichting te steunen. Van de gepensioneerde die huisbezoeken doet tot het Bach Ensemble dat een concert organiseert om kinderen uit Oekraïne te steunen. Ik vind het hoopgevend dat er in deze stad zoveel naar elkaar wordt omgezien.”
Welke verbeterpunten heb je ontdekt? En wat gaan we daar mee doen?
“We zijn een kleine organisatie met vrijwilligers die het liefst vandaag nog álle kinderen die daarvoor in aanmerking komen willen helpen. Daar zit iets van spanning op, we kunnen ijzer nu eenmaal niet met handen breken. Als stichting zijn we steeds op zoek naar manieren om onze steun aan kinderen te verbeteren tegen zo laag mogelijke organisatiekosten. De afgelopen jaren is de interne organisatie flink verbeterd. Er is de afgelopen tijd een aantal wisselingen geweest en iedereen moet weer worden ingewerkt. Daarnaast wordt er hard gewerkt om meer donateurs te werven zodat we ons bereik kunnen vergroten.”
Ben je tevreden over het bereik van Stichting Leergeld Amersfoort?
“Ja en nee. Ja, omdat het aantal uniek geholpen kinderen jaarlijks stijgt. Nee, omdat we nog lang niet alle gezinnen hebben bereikt die wel voor onze steun in aanmerking komen. Met name de gezinnen die uit werk een eigen inkomen hebben, maar niet hoger uitkomen dan 150% van het bijstandsniveau bereiken we minder goed. We zoeken constant naar manieren om die groep beter te bereiken en de drempel om steun te vragen te verlagen.”
Hoe zouden we de doelgroep nog beter kunnen bedienen?
“Dat kan onder andere door de samenwerking met de scholen nog verder te verbeteren. Dat is toch de plek waar de doelgroep zit. Daarnaast denken we na over de vraag welke zaken we wellicht nog meer kunnen vergoeden, zoals bijvoorbeeld mobieltjes.”
Hoe gaat komend jaar eruitzien?
“Dat is even afwachten. Het zou zomaar kunnen dat er het komende jaar veel meer gezinnen vanwege de toegenomen energiekosten in de problemen komen, waardoor wellicht de vraag naar onze steun groter wordt. Daar willen we op voorbereid zijn. Daarnaast is de wet op de ouderbijdrage in het onderwijs vorig jaar aangescherpt. Scholen mogen niet alle kosten verplicht stellen aan ouders en moeten zelf de kosten dragen wanneer ouders niet bijdragen. Dat roept de vraag op of onze stichting al die kosten nog wel moet vergoeden aan de scholen of dat we ons beter op andere vergoedingen voor de kinderen kunnen richten. Daar bezinnen we ons op. Uiteindelijk blijft het doel om onze middelen zo goed mogelijk terecht te laten komen op die plekken waar dit het meest nodig is.”